Standaardpaginakop

Vraag en antwoord: Nieren/vocht/zout

Belangrijk is dat een lithiumgebruiker ‘gewoon’ eet en drinkt. Dat wil zeggen niet overdreven veel zout – dat is voor niemand goed – maar ook zeker niet zoutloos of zoutarm. Alleen in het geval van overmatig vocht- (en zout)verlies door bijvoorbeeld braken, diarree en hoge koorts, is het verstandig het vocht aan te vullen en wat zout in te nemen. Dat kan door bijvoorbeeld een kopje bouillon te drinken. Dit is nog belangrijker als er tekenen zijn dat de lithiumspiegel te hoog is.
Alleen als je veel vocht verliest door zweten, diarree of koorts, is het goed het tekort aan vocht en het zout aan te vullen. Tegelijk met het vocht verlies je altijd wat zout. De nieren reageren daarop en houden het aanwezige zout zoveel mogelijk binnen. Omdat lithium ook een zout is, stijgt de lithiumspiegel daardoor. Dit voorkom je  door wat extra zout te nemen bijvoorbeeld in de vorm van een kopje bouillon. Let wel: doe dit alleen in bijzondere situaties, zoals bij hevig transpireren en in het geval van koorts of diarree.
Met de leeftijd gaat de nierfunctie altijd wat achteruit. Er bestaan geen medicijnen die dat voorkomen. Een gezonde leefstijl helpt wel. Dat betekent: voldoende bewegen, overwicht voorkomen en niet roken
Een heel geleidelijke, milde achteruitgang van de nierfunctie is meestal geen reden iets aan de dosering te wijzigen. Wel is het goed de lithiumspiegel niet hoger in te stellen dan nodig is. Als er ruimte voor is,lijkt het voor de nieren wel goed de dosis lithium iets te verlagen. Een te lage lithiumspiegel is echter niet verstandig omdat het middel dan minder bescherming biedt. Overleg altijd met je voorschrijvend arts als je dit overweegt.
Je nieren zijn vooral gebaat bij een gezonde leefstijl: voldoende bewegen, overgewicht voorkomen, niet roken en goede behandeling van ziekten als diabetes en hoge bloeddruk. Als je toch voedingssupplementen overweegt, kun je het beste vooraf door je apotheek of je behandelend arts laten controleren of die producten invloed hebben op de medicijnen die je arts heeft voorgeschreven.
De nierfunctie neemt enigszins af naarmate je ouder wordt. Na jarenlang lithiumgebruik gebeurt dit meestal iets sneller. Dit leidt eigenlijk zelden tot ernstige problemen. De kans op nierproblemen is groter als je, naast het gebruik van lithium, ook nog last krijgt van bijvoorbeeld suikerziekte of een hoge bloeddruk. Dat zijn aandoeningen die een flinke belasting voor de nieren kunnen vormen. Een danig verminderde nierfunctie komt bij chronisch lithiumgebruik bij 10-15 procent voor, ernstig nierfalen waarvoor nierdialyse nodig is bij maar ongeveer 0,5 procent.nnHet is belangrijk met enige regelmaat de nierfunctie te controleren als je lithium gebruikt. De eventuele achteruitgang van de nierfunctie gaat doorgaans zeer langzaam. Door het regelmatig te controleren, zie je eventuele problemen ver tevoren aankomen en heb je ruim de gelegenheid met je arts te bespreken wat in dat geval verstandig is om te doen. Om het risico op nierschade te verkleinen is het verder belangrijk een verstandige levensstijl aan te houden met gezond eten, voldoende lichaamsbeweging, enz.
Soms leidt het gebruik van lithium tot veel plassen. Als je ’s nachts regelmatig naar de wc moet, is dat heel vervelend. Het helpt weleens als je je lithium eerder op de dag inneemt, in plaats van net voor het slapengaan. Op die manier heb je niet ’s nachts de hoogste lithiumspiegel. Als dit niet helpt en je moet echt te vaak naar de wc, kan een verwijzing naar de internist-nefroloog verstandig zijn. Deze kan onderzoek doen naar zogeheten diabetes insipidus. Dit betekent dat de nieren door het gebruik van lithium meer moeite hebben de urine te concentreren. Daardoor moet je meer plassen en meer drinken. Vaak weet de nefroloog dat wel te verbeteren.
Bij een verlaging van de dosis is niet te verwachten dat er bijwerkingen ontstaan. Het kan wel zo zijn dat lithium minder effectief is als de spiegel te laag wordt. Voor de meeste mensen is een spiegel van rond de 0,6 mmol/l echter wel goed. Zo belast je je nieren wat minder en blijft het effect van lithium op je stemming behouden. 
Als de nierfunctie goed is, zou dat geen probleem moeten opleveren. Het is wel aanleiding om de nierfunctie nog nauwkeuriger te monitoren dan normaal al gebeurt.