Bijwerkingen
Bijwerkingen
Bijwerkingen
Dorst
Vrijwel iedereen heeft bij het gebruik van lithium last van dorst, vooral in het begin van de behandeling. Bij dorst en droge mond hebben sommige lithiumgebruikers permanent een kan met ijswater (eventueel met uitgeknepen citroen) in de koelkast staan. Ze gebruiken zure producten (citroen, komkommer en kwark). Een droge mond, die overigens nog kan worden verergerd door het gebruik van antidepressiva, kan ook cariës tot gevolg hebben. Alhoewel het soms als erg vies spul wordt ervaren, zijn sommige mensen geholpen met zogenaamd kunstspeeksel (Saliva Orthana).
Lithium kan ook de smaak beïnvloeden. Veel lithiumgebruikers klagen over een metaalsmaak. De uitscheiding van lithium in speeksel kan hiervan de oorzaak zijn, of het omhulsel van de tablet. Dan is veranderen van preparaat (en dan bij voorkeur in een merkpreparaat) soms een oplossing (zie Soorten lithium) [doorlinken]
Maag- en darmklachten
De lichte maag- of darmklachten (misselijkheid en diarree) aan het begin verdwijnen altijd weer. Soms helpt een middel tegen misselijkheid en/of diarree. Af en toe heeft iemand slikklachten. Een ander preparaat, capsules of een drankje met lithium kan de oplossing zijn als deze klachten niet spontaan verdwijnen. Een enkele keer vermindert de eetlust. Zeer zelden is er sprake van braken. Door andere toediening of tijdelijke dosisvermindering verdwijnen de klachten vaak. Ook inname met pap of yoghurt en vooraf wat eten helpen vaak.
Trillende handen
Sommige mensen hebben last van trillende handen. Het minderen van alcohol- en koffiegebruik kan dan een gunstige werking hebben. Dit kan echter best ingewikkeld uitpakken; de cafeïne in de koffie kan de lithiumspiegel iets verlagen. Stoppen met cafeïne verhoogt dus de lithiumspiegel, waardoor het beven juist kan toenemen. Beven kan ook een gevolg zijn van emoties. Soms blijkt het voorschrijven van propranolol een oplossing.
Veel plassen
Door toegenomen dorst gaat de lithiumgebruiker doorgaans meer drinken. Als iemand meer drinkt dan het dorstgevoel aangeeft, moet je vaker plassen. Veel drinken is soms een soort gewenning. Bewust niet drinken is echter gevaarlijk en dus altijd af te raden.
Het is wel van belang veel plassen goed in de gaten te houden. Produceer je in 24 uur minder dan 3 liter, dan is dat onschadelijk en ‘normaal’. Bij grotere hoeveelheden is nader onderzoek geboden.
Gewichtstoename
50procent van de lithiumgebruikers heeft last van gewichtstoename. Vaak is dat een gevolg van de combinatie met andere medicijnen. Dat neemt niet weg dat lithium ook gewichtstoename in de hand werkt, onder meer doordat stemmingsverbetering ook tot een toegenomen eetlust kan leiden. Daarnaast heeft lithium een direct effect op de verwerking van koolhydraten. De grotere dorst kan bovendien leiden tot het drinken van grote hoeveelheden hoogcalorische dranken. Ten slotte kan lithiumgebruik leiden tot een trager werkende schildklier, wat ook kan zorgen voor gewichtstoename.
De belangrijkste maatregel is minder te eten en meer te bewegen. Een diëtiste die zich heeft geschoold in deze speciale problematiek, kan hierbij behulpzaam zijn.
Nieren
Bij ongeveer 20 % van de lithiumgebruikers vermindert de nierfunctie na verloop van tijd. Dit is alleen te zien aan bloeduitslagen. Je hebt daar zelf geen last van.
Slechts in een heel enkel geval, bij minder dan 1 % van de lithiumgebruikers, treedt echt nierfalen op. Dan komt nierdialyse aan de orde. Meestal is dan niet alleen sprake van lithiumgebruik, maar zorgt ook suikerziekte, een hoge bloeddruk of een andere lichamelijke aandoening voor een te grote belasting van de nieren.
Als bloed geprikt wordt om de lithiumspiegel te meten, wordt ook altijd de nierfunctie meebepaald. Als sprake is van een afname, treedt dit meestal heel geleidelijk op. Je hebt zo dus tijd genoeg om te bespreken wat je dan kunt doen. Dit kan best een lastig dilemma zijn. Het is niet zeker of de nieren steeds slechter zullen worden als je lithium blijft gebruiken. Vaak blijft dit toch heel lang op een redelijk niveau. Ook moet altijd gedacht worden aan het risico van het stoppen van lithium. De kans op een nieuwe manie of depressie kan flink toenemen. In ieder geval verdient dit een heel zorgvuldige afweging. Zomaar ineens stoppen is altijd onverstandig en niet nodig.
Andere mogelijke bijwerkingen
Lithium kan acne en psoriasis uitlokken of verergeren. Meld deze klachten aan je behandelaar.
Allergische reacties op lithium zijn wel beschreven, maar komen zelden voor. Vaker gaat het dan om reacties op de bijgevoegde stoffen in de tabletten.
Ook haaruitval kan bij gebruik van lithium een probleem zijn, zij het zelden en dan meestal bij vrouwen. Een enkele keer wordt dit veroorzaakt door schildklierproblemen, maar het kan ook ontstaan door het gebruik van lithium of andere medicijnen. Nauwkeurige observatie van de haaruitval door een huidarts, terwijl de lithiumbehandeling wordt voortgezet, is hier een mogelijkheid. Spontaan herstel komt dan regelmatig voor. Als dat allemaal niet helpt, adviseren we de dosis te verminderen. In het uiterste geval kan de lithiumbehandeling gestaakt worden en kan men een alternatief proberen.
Meestal zijn de bijwerkingen afhankelijk van de lithiumspiegel, maar dat geldt zeker niet voor alle bijwerkingen. Zo werkt lithium op de zenuwcellen en die bevinden zich in het hele lichaam. Bij gevoelige mensen kan lithium daardoor een heel scala aan neurologische verschijnselen geven. Sommige lithiumgebruikers klagen over lusteloosheid en spierzwakte en anderen over een vlakke stemming. Ook de concentratie en het geheugen kunnen in sommige gevallen minder zijn. Praat daarover ook met de behandelaar. Meestal is dosisaanpassing voldoende om deze klachten te verbeteren.
Ondanks deze opsomming van mogelijke bijwerkingen, willen we hier benadrukken dat lithium over het algemeen goed verdragen wordt en de bijwerkingen acceptabel zijn. Zeker in vergelijking met de bijwerkingen die bij gebruik van andere psychofarmaca voorkomen.